Blog 5: Bouwvakkershanden

17 juli 2017 - Door: Anne-Wil Nieuwenhuize en Aline Cornelisse

‘Moet je kijken, ik krijg helemaal bouwvakkershanden’. Na een middag metselen staart Connie verbaasd naar haar handen. Ze zien er niet meer uit, volgens haar. Inderdaad, de secretaressehanden hebben een gedaanteverwisseling ondergaan.

 

De werkgroep doet zijn naam eer aan. Op allerlei fronten zijn we aan het werk. Op het Stéphanosterrein en erbuiten. Bij de beroepsopleiding, bij het jongensinternaat en op de nursery (kleuterschool). ’s Morgens is het al vroeg appèl. Om 6.45 uur zitten we, al dan niet uitgerust, aan het ontbijt. Het ochtendhumeur ten spijt.

De mannen vertrekken samen met een paar Malawiaanse werknemers naar het VTC, zegmaar de beroepsopleiding. De keuken daarvan staat nu nog een eindje buiten het terrein en is nodig aan vervanging toe. Vandaar dat het VTC uitgebreid wordt met een goede en hygiënische keuken. Net als in ons land beginnen ze met de fundering, al hoeft die niet zo diep te zijn. Heien hoeft sowieso niet. Job staat cement te mixen. Met de hand, want er is geen elektriciteit. Er klinkt een mengelmoes van talen; Hollands, Chichewa, Engels en Zeeuws. Toch begrijpen de mannen elkaar feilloos, ze verstaan hun vak!  

 

Woensdag zijn we naar één van de buitenposten van Stéphanos geweest, een kleine twee uur rijden. Het schooltje waar we naar toe gaan, ligt in Thyolo, erg afgelegen, midden in de bush. Met hulp van Stéphanos runt een aantal potige dames daar een soort daycare. Een enorme club jonge kinderen tot een jaar of 5 krijgt van hen (Bijbels) onderwijs en dagelijks een bordje maïspap. En dat alles omdat ze een Nederlandse sponsor hebben. Het probleem is dat het leslokaal ook fungeert als keuken. En 40 kinderen in een klein lokaal, waar dan ook nog eens kookvuurtjes branden? Dat is een gevaarlijke situatie. Vandaar dat we vandaag een ‘buitenkeuken’ metselen, vlak naast het lokaaltje. De ‘fundering’ ligt er al en Kees en Maarten staan te popelen om te gaan metselen. De Malawiaanse bricklayer (metselaar) legt uit hoe het werkt. In ieder geval niet met profielen zoals in Nederland. Eerst de hoeken opmetselen en daarna de muur metselen langs een draad die van hoek naar hoek loopt. Connie blijkt twee rechterhanden te hebben. De ene steen na de andere krijgt een klodder specie op z’n dak. Wat grotere kinderen uit het dorpje dragen fanatiek de stenen aan. Een paar vrouwen sjokken heen en weer naar het magere riviertje om de waterton te vullen. Ze willen maar wat graag dat die keuken er komt! Als de zon om vijf uur gaat zakken, is het tijd om op te breken. De muren van de nieuwe keuken verrijzen statig uit de grond. De bricklayer gaat de komende dagen verder en wij hopen nog een keer terug te komen. Als we wegrijden zwaaien ze ons met z’n allen uit. De tionana’s zijn niet van de lucht!

 

Tionana (tot ziens)!

 

Marita Oostdijk